Glas is een hard en bros materiaal. Maar zolang het bij hoge temperatuur wordt gesmolten en vervolgens snel door kleine gaatjes tot zeer fijne glasvezels wordt getrokken, is het materiaal zeer flexibel. Hetzelfde geldt voor glas: waarom is gewoon blokglas hard en bros, terwijl vezelglas flexibel en buigzaam is? Dit wordt eigenlijk goed verklaard door geometrische principes.
Stel je voor dat je een stok buigt (ervan uitgaande dat er geen breuk optreedt), en verschillende delen van de stok zullen in verschillende mate vervormen. De buitenkant wordt uitgerekt, de binnenkant wordt samengedrukt en de grootte van de as blijft vrijwel onveranderd. Wanneer de stok onder dezelfde hoek wordt gebogen, geldt: hoe dunner de stok, hoe minder de buitenkant wordt uitgerekt en hoe minder de binnenkant wordt samengedrukt. Met andere woorden: hoe dunner de stok, hoe kleiner de mate van lokale trek- of drukvervorming bij dezelfde mate van buiging. Elk materiaal kan een zekere mate van continue vervorming ondergaan, zelfs glas, maar brosse materialen kunnen een lagere maximale vervorming weerstaan dan ductiele materialen. Wanneer de glasvezel dun genoeg is, is de mate van lokale trek- of drukvervorming, zelfs bij een grote mate van buiging, zeer klein, wat binnen het draagbereik van het materiaal valt, waardoor deze niet zal breken.
Plaatsingstijd: 4 juli 2022